Honden losloopgebieden

Een hond houdt u in de hele gemeente aangelijnd. Behalve in de losloopgebieden.

kaart losloopgebieden en drollinettes

De gemeente heeft buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's). Deze zijn bevoegd om u een bekeuring te geven als u uw hond niet aangelijnd hebt buiten de losloopgebieden.

Veiligheid

De eigenaar van een hond moet zorgen dat de hond geen gevaarlijke situaties of overlast veroorzaakt. Voor de omwonenden, de hond en voor medegebruikers van het loop- of fietspad en losloopgebied.

Houdt u uw hond aangelijnd totdat u het losloopgebied zelf betreedt. En lijn uw hond weer aan als u het losloopgebied verlaat.

Losloopgebieden

In de gemeente Castricum zijn een aantal gebieden aangewezen als losloopgebieden.

  • Het oostelijke deel van het park Noord-End in de oksel van de Zeeweg (N513) en de Provinciale weg (N203). Het losloopgebied begint vanaf de draaihekken.
  • Het park aan de Vondelstraat/Schelgeest, met uitzondering van het speelterrein. Dit is de groenstrook parallel aan het spoor vanaf de Vinkenbaan, Schelgeest en vervolgens doorlopend in de Vondelstraat, tot en met de hoek Van Haerlemlaan.
  • Het park tussen Mient en de spoorlijn. Dit is het groen parallel aan het spoor ter hoogte van de spoorwegovergang Kramersweg tot en met de hoek Ruiterweg/Vinkenbaan.
  • Het groen aan beide zijden van de Duinenboschweg, voor zover het ligt tussen de Geversweg en de tennisbanen van TV Bakkum (ter hoogte van de Sifriedstraat).
  • De groenstrook ten zuiden van de Zeeweg (aan de zijde van Wouterland) vanaf het spoorviaduct tot en met het strandplateau. Voor de Zeeweg gaat het om beide zijden van de weg.
  • Het pad onder de Papenberg en het rondje om de Zanderij (dit is het gebied Geversweg, Duinpad, Scoutingpad en de Duinenboschweg). In het duingebied van het PWN moeten honden altijd aangelijnd zijn. NB. Het Hendriksveld is niet aangewezen.
  • Honden mogen van 1 oktober tot 1 mei op het strand van Bad Noord en het Stille Strand komen. Zorg er uiteraard wel voor dat de hond anderen geen overlast bezorgt of ze hindert. Van 1 mei tot 1 oktober mag u met de hond op deze stranden komen, maar tussen 10.00 uur en 19.00 uur moet de hond wel aangelijnd zijn. Meer informatie over de regels voor honden op het strand
  • Het buitengebied.

Grasaren

Om de natuur ruimte te geven zijn er stukken hoog gras, ook in de buurt van hondenlosloopgebieden. Hoog gras kan grasaren bevatten, die nare ontstekingen kunnen veroorzaken bij honden en katten.

Wat zijn grasaren?

Grasaren zijn zaden van een wilde grassoort die groeit van mei tot en met augustus. Als dit gras bloeit komt er een pluim aan het uiteinde van de grasspriet. De pluim bestaat uit lange stekels met weerhaakjes die makkelijk in de vacht van een hond of kat blijven hangen.

In het beste geval blijft de aar op de vacht hangen, maar ze kunnen ook diep in de huid dringen. Beruchte plekken zijn in de oren, tussen de tenen, in de wang, in het oog en zelfs in de neus. Wanneer een grasaar de huid doorboort, kruipt deze steeds dieper in de huid. Door de structuur van het zaadje en de weerhaken kunnen ze maar één kant op bewegen. Dit kan pijn, infecties en zelfs operaties veroorzaken

Maaien bij uitlaatplekken voor honden

In hondenuitlaat- en losloopgebieden staat vaak hoog gras. Een deel van dit gras maaien wij kort. Hier proberen wij de groei van grasaren zoveel mogelijk te voorkomen. Dit is echter nooit helemaal uit te sluiten. Ook in het deel van het hoge gras dat wij niet maaien kunnen grasaren staan. Blijf dus alert als u uw hond uitlaat. 

Tips voor het beschermen van uw hond

  • Loop niet of zo min mogelijk met uw hond door hoge grasvelden.
  • Controleer na elke wandeling alle plekken waar grasaren zich kunnen hechten. Check vooral de vacht, de huid tussen de tenen, op de kop (ogen, neus en oren) en de huidplooien rond voor – en achterpoten.
  • Ga naar de dierenarts als u denkt dat er een grasaar in uw huisdier zit. 

Risicomaanden

Vanaf juni t/m augustus is het risico het grootst, vooral voor honden met middellange of lange haren. Daarnaast kunnen grasaren achterblijven in het gras, waardoor deze ook in de herfst en winter voor problemen kunnen zorgen.